Autoschip

Een autoschip is een aangepaste versie van het roll-on-roll-offschip, speciaal ontworpen voor het vervoer van voertuigen over zee. Met zijn doosachtige vorm maximaliseert het de laadcapaciteit voor voertuigen. Het schip is uitgerust met laad- en losbruggen, waardoor voertuigen zelfstandig aan boord kunnen rijden of van het schip kunnen afrijden.

Baggerschip

Een baggerschip is een speciaal ontworpen vaartuig dat zand, klei en rotsen van de bodem van zeeën, rivieren of meren opneemt en elders dumpt, een proces dat bekend staat als baggeren.

Bevoorradingsschip

Een bevoorradingsschip is een vaartuig dat benodigdheden naar een specifieke locatie of ander vaartuig transporteert.

Bulkschepen

Een bulkcarrier, ook wel bulkschip of massagoedschip genoemd, is een vaartuig dat gespecialiseerd is in het vervoer van droge stortgoederen. Deze niet-verpakte ladingen, zoals erts, graan en steenkool, worden in de laadruimen van het schip vervoerd en afgedekt met grote waterdichte luiken. Door de economische groei en de toenemende vraag naar ijzererts en steenkool zijn deze schepen aanzienlijk verbeterd in capaciteit en efficiëntie. De John Bowes uit 1852 wordt algemeen erkend als de eerste bulkcarrier.

Containerschepen

Een containerschip is een vrachtschip dat zeecontainers vervoert. Het eerste containerschip, de Clifford J. Rogers van White Pass & Yukon Route, werd geïntroduceerd in 1955. Hoewel de Ideal X al in 1944 werd gebouwd, werd deze pas later voor containervervoer ingezet. Tegenwoordig wordt het merendeel van stukgoederen per containerschip over de wereldzeeën getransporteerd. Naast de standaardcontainer van 2 TEU zijn er diverse gespecialiseerde containertypen met gestandaardiseerde buitenmaten van 20 of 40 voet, maar ook containers van 10 en 45 voet zijn beschikbaar. Er zijn reefers voor koel- en vrieslading, en containers voor vloeibare lading of projectlading die op een platform, zogenaamde flat racks, kunnen worden vervoerd.

Kabelleggers

Een kabelleggend schip, ook wel kabellegger genoemd, is speciaal ontworpen om kabels op de zeebodem te installeren. Deze kabels dienen voor telecommunicatie, elektriciteitsoverdracht en andere toepassingen. Kabelleggers zijn herkenbaar aan de grote katrollen, meestal geplaatst aan de achterzijde van het schip. In het verleden waren deze katrollen zowel vooraan als achteraan te vinden, maar tegenwoordig worden ze vaker alleen achteraan gemonteerd vanwege gebruiksgemak en kostenbesparing.

Passagiersschepen

Een passagiersschip is een vaartuig dat primair is ontworpen voor het vervoeren van passagiers. Volgens de Internationale Maritieme Organisatie, Europese en nationale wetten is een passagiersschip een vaartuig dat meer dan 12 passagiers vervoert. Dit betreft personen die niet werkzaam zijn op het schip. Een passagiersschip moet aan specifieke eisen voldoen. Een zeegaand passagiersschip moet bijvoorbeeld een arts aan boord hebben en er gelden speciale veiligheidseisen.

Sleepboten

Een sleepboot is een schip dat speciaal is ontworpen voor het slepen en beschikt over een relatief groot vermogen. In het stoomtijdperk waren sleepboten vaak uitgerust met schoepraderen, terwijl moderne sleepboten gebruikmaken van een schroefaandrijving die is geoptimaliseerd voor trekkracht. Volgens de scheepvaartwetgeving wordt elk schip dat een ander schip sleept als sleepboot beschouwd, met sinds 2019 enkele uitzonderingen voor recreatievaart.

Een zeesleepboot is geschikt voor lange afstanden en kan grote objecten zoals boorplatformen, drijvende dokken en kranen slepen. Hoewel manoeuvreerbaarheid bij zeesleepboten vroeger minder belangrijk was, zijn moderne zeesleepboten uitgerust om zeer nauwkeurig te kunnen manoeuvreren.

Tankschepen

Een tanker is een schip ontworpen voor het transport van vloeistoffen of gas. Halverwege de 19e eeuw nam de exploitatie van olievelden toe, waardoor er behoefte ontstond aan efficiënter vervoer dan de traditionele vaten. Vanaf de jaren 1860 werden schepen met grote tanks gebouwd. In 1872 werd de eerste zeegaande stoomaangedreven tanker, de Vaderland, geïntroduceerd. Echter, de in 1886 gebouwde Glückauf, met een capaciteit van 3000 ton dwt, kreeg meer bekendheid.

Vrachtschepen

Een vrachtschip is speciaal ontworpen voor het transport van goederen. Deze schepen zijn onder te verdelen in binnenvaartschepen en zeeschepen. Zeeschepen kunnen doorgaans niet varen op kleinere rivieren en door sluizen vanwege hun omvang (lengte, breedte, diepgang en hoogte). Grote rivieren zoals de Schelde en de Elbe zijn zo druk bevaren door zeeschepen dat havens zoals Antwerpen en Hamburg hun bestaan eraan danken. Vrachtschepen worden soms gebouwd met maximale afmetingen om specifieke kanalen, sluizen, bruggen of ondieptes te kunnen passeren. Panamax-schepen zijn hier een voorbeeld van; zij kunnen net door de sluizen van het Panamakanaal. Ook kleinere kustvaart- en binnenvaartschepen worden op deze manier ontworpen.

Zwarelandingschepen

Een zwareladingschip, ook wel heavyliftschip genoemd, is speciaal ontworpen voor het vervoer van zeer grote of zware objecten die door hun omvang of gewicht niet door andere schepen kunnen worden getransporteerd. Deze schepen zijn onderverdeeld in vier hoofdcategorieën, gebaseerd op hun uiterlijke kenmerken en de doellading:

• Conventionele zwareladingschepen: Voorzien van meerdere kranen met een hoog hijsvermogen die zowel in tandem als individueel kunnen werken.
• Half-afzinkbare schepen: Deze schepen kunnen hun dek onder water laten lopen door ballasttanks te vullen, wat het laden en lossen van goederen mogelijk maakt (float on/float off).
• Dokschepen: Deze kunnen hun achterschip laten inzinken, zodat kleinere schepen via een opening in de achtersteven kunnen binnenvaren.
• Opendekschepen: Qua uiterlijk lijken deze schepen op half-afzinkbare schepen, maar zij kunnen niet afzinken. De lading wordt meestal opgerold.